Literatuur

- Krijnen, Paul & Jetty Krijnen-van der Sterre, Grolmans Utrecht, de stad rond 1900. Bussum (Toth) & Utrecht (Het Utrechts Archief), 2008_cop. [144 blz. ISBN 9789068684407]. Hierin "Het Leesmuseum Domplein": blz. 60-61 ("Het rechterpand was aan het begin van de dertiende eeuw gebouwd als claustraal huis door een zekere Wouter, proost van het kapittel van Oudmunster, en deed na de Reformatie dienst als professorenwoning").

- Hulzen, A. van, Utrecht bij gaslicht. Den Haag (Kruseman), 1980_cop.\^{2e druk}. [251 blz. ISBN 90.233.0416.0]. Hierin "Het Domplein (oostzijde)": blz. 126 ("Het huis ernaast, met de hoge stoep, werd bewoond door jonkheer W.S.C. Ram; daarnaast is nog een deel van het huis van de heer W. van Burkom te zien")

- Dokkum, J.D.C. van, "Hoe de Utrechtsche Hoogeschool een Universiteitsgebouw kreeg". In: Jaarboekje van Oud-Utrecht, 1936, blz. 173-219. Hierin: blz. 185 (over de verwerving van grond: "Naast het reeds vroeger aangekochte huis van Jhr. W.S.C Ram, Wijk F. No. 220, waarvan de koopsom f.30000 bedroeg, benevens f.12000 voor verhuiskosten en opstand, lag een ander groot, oud huis, Wijk F No. 221, dat eigendom was van den heer W. van Burkom en deze wilde wel zoo vriendelijk zijn, het 'onverhuurd en onbezwaard' voor de som van f.17000 af te staan [...]").